Thursday 31 May 2018

Voor An

Heimwee


Heimwee dat aan me trekt 
als een kind aan mijn rokzoom, 
onoverkomelijk, de harde pit 
die groeit tot de vrucht van verlangen, 
me vasthoudt, voortdurend wekt 
uit de zingende droom die werd 
gevangen, gekooid. 

Kindertijd, blijf. Meisjes van vijf. 
Hoe wij toegewijd met poppen 
speelden, onbevangen. 
Bevrijd van vadermacht,  
moederstrijd.  
Hoe wijd uit toch, waaiert  
mijn weer kind willen zijn,  
los te mogen van grotemensenpijn.  
Verlangen naar ooit.  

Het dramt en trekt, strooit 
dromen uiteen tot kleur van stof.   
In mei, zongen we, worden 
alle bloesems door hommel en bij, gestempeld tot lentegeur. 
Je dood maakt heimwee 
alleen maar groot. 

De pijnboom

Siemen Dijkstra, houtsnede Midden op de hei bij een meertje staat een pijnboom. Hij heeft geen pijn, maar zijn naam betekent Pinus, en...