Tuesday 21 November 2017

'Het is tuig!' Een voorbeeld uit de praktijk



Vijf en veertig jaar geleden ging ik  handenarbeid en tekenlessen op twee middelbare scholen geven. Met mijn hoofdakte als kleuterleidster en na het behalen van de twee benodigde  diploma’s was ik bevoegd en kon ik aan de slag.
‘Mevrouw,’zei de waarnemend directeur van de ene school bij mijn sollicitatiegesprek,
’Het is tuig waar u les aan komt geven. We zouden ze het liefst slaan, maar u weet, dat mag niet.’
Mijn ogen rolden uit mijn hoofd. Hij vervolgde, doodernstig ’Weest u niet toegevend, deel metéén straf uit en houdt ze kort!’ Ik lachte, want ik dacht, dat méén je niet! en zei dat het wel zou meevallen. ‘U zult het ervaren! ‘Hij gaf me en hand en groette me met een nadrukkelijk:’Onthoudt wat ik u nu vertel!’
Verbijsterd fietste ik naar huis.
Voor tekenen kreeg ik de eerste morgen in mijn nieuwe baan, een tweede klas, meest jongens en een paar meisjes van vijftien tot zeventien jaar. Ze stonden voor het handenarbeidlokaal waarin ik tekenen moest geven vóór de klapdeuren. De achterste jongen gaf degene die voor hem stond een zet, en als omvallende dominostenen rolden ze over elkaar door de open zoevende deuren naar binnen.
‘Hartelijk welkom! Ga maar even terug, en kom pas binnen als ik jullie roep!’riep ik zo streng mogelijk. Protesterend rommelden en wrongen ze zich weer naar de gang en stelden zich opnieuw op in de rij.
Net kleuters, dacht ik gnuivend. Een paar tellen later  gaf ik ze een teken dat ze konden binnenkomen en stommelend, elkaar duwend, met tassen zwaaiend zochten ze een plaats achter de werkbanken. Met veel heisa en geschraap van de poten van hun krukken zaten ze eindelijk. Het was een pandemonium van geluiden. Verbijsterend hoe tweeentwintig grote kinderen zo’n volume kunnen ontwikkelen met hun stemmen. Ik beval ze om de grote boardplaten te gaan halen die ze over hun werkbanken moesten leggen om te kunnen tekenen. Ook dat was blijkbaar een heel moeilijke klus voor ze, vooral om die platen op de werkbank neer te leggen. De lol was, om  de plaat in je handen te nemen , hem rechtop op de korte kant op de bank te zetten en dan de plaat los te laten. Die suisde dan omlaag en viel op zijn plaats met een grote knal. Zeven knallen verder zaten ze zogenaamd braaf grijnzend te wachten of ik er iets van zou zeggen.
Ik eiste stilte en gaf ze de opdracht om zonder te  spreken en zo zacht mogelijk, de platen terug te brengen naar het magazijn. Een golf van protest deinde door het lokaal. ‘Ga doen wat ik zeg. Straks heb ik een woordje te zeggen’ zei ik hen aankijkend.
Ze brachten besmuikt loerend naar mij, hun platen terug. Ik stond rechtop, doodstil en wachtte. Het werd weer stil toen ze terug waren. Ik ging op de tafel zitten en zei dat het nodig was, wilden ze iets bij me leren, ik daarvoor hun aandacht nodig had, en zij moesten kunnen rekenen op mij. Dat ik niet van plan was om aan een stelletje chaoten mijn kostbare, toch al veel te korte tijd voor een tekenles, te verspillen. ‘Denk erom, ik ben streng, doch rechtvaardig!’Ik lachte ze toe .’We hebben maar vijftig minuten, dat is veel te kort om te tekenen. Ik ga met goedvinden van de directeur voorstellen om de lesuren aan elkaar te plakken, twee blokuren handenarbeid, en twee voor tekenen. Dat horen jullie nog. We hebben nu meer dan een kwartier verspild door jullie binnenkomst en materiaal halen. We kunnen daardoor nu niet meer tekenen. Komop, binnenkort zijn jullie jonge volwassenen . Gedraag je daar ook naar.’Ik keek de hele groep in de ogen en knikte kort.
De rest van de les heb ik met ze gepraat over kleurenleer en om de beurt op het bord kubussen laten tekenen in perspectief. Ze vonden het voorwaar nog leuk ook.
De rest van de twee jaar dat ik op deze school aan zeven groepen les in mijn lievelingsvakken heb gegeven, was er  gerust wel eens wat, maar overwegend waren het plezierige en vriendschappelijke lessen.
Toen ik vanmorgen hoorde over kinderen van vijftien, die op de HAVO sterke drank mee naar school nemen, onder de les uit zogenaamde spaflesjes slokjes drinken, het lijkt immers op water drinken en dat mag!, in de klas hun telefoontjes hebben aanstaan, de les uitlopen met een grote bek tegen de leerkracht als die een aanmerking daarover maakt en ze hun petten en mutsjes niet willen afzetten in de klas, vraag ik me af of er niet iets heel erg mis is.
Ouders weten waarschijnlijk niet dat hun kind drank gebruikt. Andere ouders zijn zelf niet goed snik met toe te staan dat hun kind mag gaan drinken. Een vader liet een jongetje van acht jaar steeds een slokje van zijn bier proeven. Drie keer raden wie er hier later aan de drank kan raken.
Bovendien, als leerlingen drank gebruiken, of drugs, ruik je dat toch?
‘Inleveren die spullen,’zou ik zeggen,’hier er mee en je krijgt het niet terug!’ Hoe halen ze het in het hoofd. Wat was het ‘tuig’ van mijn school dan braaf, veertig jaar geleden.

Ik wil een pleidooi houden voor meer discipline en aandacht voor en ook ván de leerlingen. Vrijheden moet je verdienen en niet pikken. Respect en medeleven moet je ontwikkelen. Daar behoren  kinderen bij gesteund te worden en niet met een lamaarwaaien mentaliteit begeleid.
Hoe vroeger hoe beter. Het gaat niet vanzelf. Het kost zorg en inspanning, liefde en humor.
Het is mogelijk om onderwijs geven, een leuk vak te vinden. Daarvoor zullen we ons moeten inzetten en het een kans geven. Dat gaat niet vanzelf. Geef onderwijs een kans!

Het is hard nodig!

Sunday 12 November 2017

losgesneden




eerst nog, losgesneden, schreeuwen we longen los,
schoppen wind door de bomen.
takken breken, terwijl bomen bij bossen vergaan.
we sluiten de ogen. zijn ziende blind.

eenzaamheid drijft over de vlakte.

Wie nog adem heeft blaast
korsten van ijs op bevroren lippen.
overgeblevenen verliezen elkaar opnieuw.

er drijft een immense eenzaamheid over de vlakte.

later, geworden tot wat we zijn,
laten we sporen na waar we ook gaan.  
verbrande dorpen, vernielde steden, gezonken schepen.
doden , massagraven, bomkraters en gewonden.
gehandicapten, honger en ziekten. Schaamluizen
en kindsoldaten. Ontheemden. Duizenden heen
en weer geschoven hulpeloze kinderen,
die luidkeels roepen.

Er zwerft een grote eenzaamheid door de vlakte.








Wednesday 8 November 2017

Mijn meest brutale daad ooit



Eens, ik was jong en onbezonnen,
dacht ik de wereld zelf te runnen,
maar wat ik onberaden was begonnen
werd later schaamte, want mijn kunnen
was zeer  beperkt. Hoogst arrogant.
Hier laat ik volgen wat er is geschiedt,
ik ken mijn eigen weerga niet!

Ternauwernood was ik getrouwd
en manlief reisde met de trein.
Dat reizen vond hij echt niet fijn
want goed bezien en welbeschouwd
kwam hij in tijd nét iets te kort
om met de maaltijd thuis te zijn
en was het eten op zijn bord
verschrompeld en de portie klein.
‘Zeg, mag je niet wat eerder weg?
was logisch toen mijn vraag aan hem.’
Maar manlief zei met zachte stem
‘Nee, dóet ie niet , gewoonweg pech.’

‘Dat pik ik niet,’ was mijn protest.
Na een hete dag aan zee in volle zon,
begaf ik mij rood als een kreeft
brutaalweg naar de baas. De bron
van alle kwaad. Maar, niet zo best,
was ik gekleed in korte broek
en wapperende paardestaart.
Ik kon me voor dit hoog bezoek
niet meer verkleden. Uiteraard
keek op kantoor, bevreemd mij aan.
Om zo summier gekleed te gaan
bij een bezoek aan hoge piet
doen zoiets nette meisjes niet.

Enfin, de personeelchef zei:
‘Wij geven nimmer klerken vrij
om sneller met de trein te reizen.
Ik wil, mevrouw, u daarop wijzen.
Voorrechten kunnen wij niet geven
dan komt chaos in ‘t kantorenleven.’

Verbolgen protesteerde ik ;’Menéér!
mijn man mist telkenkeer zijn trein
dat is zo sneu. Het zou zo fijn
zijn als hij eerder thuis kon zijn.’
Het’ nee’ bleef ‘nee,’ en ik kon gaan.
mijn man kreet; ‘Wat heb jij gedáán?’
Ik boog mijn hoofd en langzaamaan
zag ik het ongerijmde van mijn daad.

Nog heden stijgt  beschamend rood
een donkere kleur op naar mijn wangen.
word ik door onbehagelijk groot en
schaamtevol gevoel bevangen.
Nooit meer naar personeelschefs op kantoren
bracht ik persoonlijk nog bezoek
met paardenstaart en rode oren,

slechts  schaars gekleed in korte broek.

De pijnboom

Siemen Dijkstra, houtsnede Midden op de hei bij een meertje staat een pijnboom. Hij heeft geen pijn, maar zijn naam betekent Pinus, en...