Verloren ging het jong zijn op in ‘t wolkendek.
Trekvogels kreten klapwiekend
hoog tegen de lucht tot aan de horizon.
Nauw zichtbaar voor ogen.
Triviaal sloop langzaamaan in het geheim
een misverstand vol rimpelend verval.
Waar ooit het stralend uitzicht blonk,
sterren in het heelal,-
werd donkerder de koele nacht.
Stiller suizelden de herfstig hoge bomen.
Grote dromen doofden.
Alles klapwiekte naar voorbije tijd.
Onder wolken schreven vogels ijle kreten:
‘Kringloop van eeuwigheid.’
No comments:
Post a Comment